Max Tailleur

THE ROYALTY  SAM


Of zowel  THE ROYALTY   SUPER  ART MOTION of vertaald de Koninklijke
Super Kunst Beweging   (KSKB) een beweging die ik vandaag op 19 juni
2013 een naam heb willen toekennen . Het zal een  beweging mogen zijn
die mijn hart voor zal kunnen staan.

Ontleend aan een groots Nederlands-Joods humorist uit Amsterdam die
bekend stond om zijn moppen van  SAM & MOOS   of sampie en mosy
In die tijd was er een te treurige terugblik in Nederland met
betrekking tot de 2e wereld oorlog. De Nederlanders waren vaak
medeplichtig geweest aan de dood van vele Joden die de dood hadden
gevonden . De Jodenhaat die zich voordeed  van voor de 2e wereld
oorlag was natuurlijk een feit geworden en een ieder die de
verleidelijke fout niet kon weerstaan om voor eens en altijd af te
rekenen met die “vreselijke”  Joden wisten eindelijk een vrijbrief te
vinden om voor eens en altijd van die “ rot” Joden af te komen. Dat
hier Satan grootschalig aan het werk geweest is, is zonder meer het
geval geweest. De mensen vergaten hun geweten  en gaven het openlijk
en vrijlijk aan Satan met de meest vreselijke gevolgen van dien.

Als aansluiting bij de voorstelling van de koopman van Venetie, was
hij inderdaad een zoon van een Joodse koopman die niet voor niets de
lijfspreuk met zich mee wilde dragen: “ Ik lach om niet te huilen.”
Later kwam er nog een zeer bekend Nederlands caberetier met de
lijfspreuk: Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd”  (Toon
Hermans)
Max was dus als tegenstelling van zijn vader en in tegenstellig van de
gedachte gang van heel veel Nederlanders een zeer mislukt handelsman.
Nee, voor een beroep als handelsreiziger of diamantslijper was Max
niet voor in de wieg gelegd. God had dus duidelijk een geheel andere
bedoeling met Max, Max wist de oorlogsperiode uit de handen van de
Duitsers te blijven en na de oorlog keerde hij weer terug naar
Amsterdam, waar hij natuurlijk ondervond van wat er allemaal was
gebeurd en de beschaamde blikken tegen moet zijn gekomen van de mensen
die hem voor de oorlog hadden kunnen discrimineren om zijn Jood zijn.
Opgemerkt kan worden dat het Shakes Pear drama: “ De Koopman van
Venetie” Na de oorlog richtte hij de cabaretgroep: “ De doofpot” op.
Ik weet dat mijn eigen vader en zijn broers altijd vol van hem waren.
Hij was natuurlijk  het toonbeeld van de zeer misvattende Nederlanders
uit de 2e wereld oorlog en zelfs wanneer je in die oorlogstijd kind
was, wist je niet beter dan dat er iets speciaals met   “Joden”  aan
de hand moest zijn. Mensen die de humor een warm hart toe kenden
wisten  ook vooral in de naoorlogse periode hun leven beter door te
komen.
Ook treft het mij dat Max die orgineel naar de Bijbelpersoon MOZES is genoemd.
Was Mozes uit het Bijbelverhaal ook niet een ongewensd Joods kind die
volgens het rijk in die tijd, domweg vermoord had moeten worden? Zijn
ouders hadden toen dus dus een mandje met teer en pek in willen smeren
om er vervolgens hun pas geboren jongetje in te stoppen om het in de
stroom van het water in de rivier zijn leven te kunnen laten
vervolgen. Een oudere zus die dit grootse drame moet hebben gezien,
kon haar ogen niet van dit schrikbeeld afhouden en volgde haar
onschuldige broertje dat toen nog maar net op de aarde was gekomen .
Zij zag dus hoe haar onschuldige broertje met het water meegevoerd kon
worden  en toen kwam er plotseling de dochter van de koning die er
voorbij kwam en de oudere zus van Mozes hield zich even op de vlakte
en zag toen hoe de dochter van de koning haar lieve broertje vol
verdering in haar armen nam en met een hopeloze blik om haar heen keek
van wat ze nou moest doen met dit waarschijnlijk Joodse prachtig mooie
kindje, die haar vader dus zomaar bruut en medogenloos om het leven
had willen brengen. Dit was dus het moment dat de oudere zus van Mozes
toe kwam snellen en de mooie prinses aansprak en vertelde dat zij wel
iemand wist heel goed voor het kind kon zorgen. Natuurlijk dacht ze
daarbij aan het verdriet van haar beide ouders en de vreugd die het
hun zou kunnen doen om hun kind toch op te kunnen voeden. De prinses
en dochter van de koning was het dus totaal niet met haar vader  eens
en zorgde er men financiele middelen voor dat het kind door de
werkelijke moeder dus opgevoed kon worden, met de afspraak dat zij hem
later in dienst mocht nemen. Dit is dus zo werkelijk in het verhaal
gegaan. En Mozes heeft de dood kunnen overleven. Was het ook niet zo
als MAX ( Mozes) die de oorlog had kunnen overleven  door iemand die
barmhartigheid kon laten zien?

Via http://nl.wikipedia.org/wiki/Max_Tailleur  vond ik de gegevens
over Max Tailleur.

Max Tailleur
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Max Tailleur in 1962.

Mozes (Max) Tailleur (Amsterdam, 12 juni 1909 – Amstelveen, 12 oktober
1990) was een Joodse-Nederlandse humorist. Hij specialiseerde zich in
Joodse humor en verwierf roem met zijn Sam-en-Moos-moppen.

Hij werd geboren in een eenvoudig gezin in de Amsterdamse Jodenbuurt.
Zijn vader, Hijman Tailleur, was handelsreiziger en fabrikant en zijn
moeder, Schoontje Erwteman, was huisvrouw. Als schooljongen was Max al
bezig met amuseren van anderen. Serieuze betrekkingen als
handelsreiziger en diamantslijper werden een mislukking. Tijdens de
Duitse bezetting van Nederland slaagde Tailleur er in om naar
Zwitserland uit te wijken. Na de invasie in Frankrijk ging hij naar
Engeland waar hij zich bij de Prinses Irene Brigade kon aansluiten.
Hij trad daar op voor de militairen en later terug in Nederland. Hij
werd tekstschrijver voor cabaretiers zoals Snip en Snap.

Op 7 november 1952 begon Tailleur het cabaret De Doofpot in een
voormalig café aan het Rembrandtplein in Amsterdam, waar hij tot 1966
met veel succes zijn moppen tapte. Om gezondsheidsredenen moest hij
tegen het eind van de jaren '60 stoppen, maar in 1971 begon hij De
Geinlijn, die men kon bellen om een opname van de mop van de dag te
horen.

Zijn lijfspreuk luidde: Ik lach om niet te huilen.

Werken

    * Langs m'n neus weg (1953, met een inleiding van Henri Knap)
    * Met een mop de wereld rond (1963)
    * Van sex-tien tot sex-tig (1968)
    * Lachen met Max (1970)
    * Pot voor meneer (mevrouw) (1970)
    * Geloof me (1972)
    * Mazzelman en Nebbishman (1977)
    * Geen Geintjes (1976, met Eppo Doeve)
    * 3x daags 1 mop (1978, illustraties Eppo Doeve)
    * Asjemenou (1980)
    * Jiddisch fruit (1981)
    * Langs m'n neus weg (1981)
    * Wat sex je me nu (1982)
    * Kleedt u zich maar even uit (1983)
    * Soft Drukkies (1984, illustraties Will Berg)
    * Horen Zien en Smoezen (1985)
    * Lach er om (1988)
    * Mot je horen
    * Sam en Moos - de beste moppen van Max Tailleur (2010)